
De oudste loods van Scheepswerf Stallinga – voorheen gebr. Tijssen – is gebouwd in 1922, het jaar dat de gebroeders Tijssen hier aan de oever van de Nieuwe Rijn een werf voor stalen schepen begonnen. Aanvankelijk bouwde men op de werf luxe vletjes, Leidse vletjes (roeibootjes), werkvletten en baggerschuiten. ‘s Winters maakten de werknemers vaarbomen en roeiriemen op de 10 meter lange werkbank, die nog steeds in gebruik is. Veel was handwerk en de oude machines werden aangedreven door een 12 pk Deutz-Brons-motor. Elektriciteit kwam er pas in 1975. Sinds 1925 werden op de werf ook binnenschepen gebouwd: zandschepen tot 100 ton, sleepboten en zogenaamde groentejagers (voor het vervoer van groenten) van 21 meter. Na de oorlog bouwde de werf veel woonschepen. Bijzonder is de dwarshelling die in 1955 verlengd werd tot 32 meter. Tegenwoordig is er ook een langshelling, voor dieper stekende schepen. Recent zijn ook veel nieuwe luxe zeiljachten gebouwd, de zogenaamde Lemsteraken. Er wordt nog veel en ingewikkeld onderhoud gepleegd om bijvoorbeeld historische schepen van elektrische aandrijving te voorzien. Op de werf is alle techniek aanwezig om geklonken constructies te maken, zowel bij reparaties als bij het fabriceren van nieuwe lieren. Klinken is een eeuwenoude methode om twee staalplaten met elkaar te verbinden. Je slaat dan een roodgloeiend rond stuk ijzer plat in twee tegenover elkaar gelegen eerder geboorde gaten. / RV