Het dubbele pand met de imposante tuinmuur staat in een van de oudste delen van Leiden. Daarom is het niet verwonderlijk dat de nog aanwezige kelder met tongewelf aan de noordzijde al uit het derde kwart van de 13e eeuw stamt. Het huis maakte onderdeel uit van een rijtje van drie huizen, op een perceel dat zich uitstrekte tot de hoek met het Pieterskerkhof en de Kloksteeg. De twee andere huizen zijn uiteindelijk in 1780 afgebroken waarvoor de huidige tuinmuur in de plaats kwam. Aan de achterzijde is het resterende huis in de 16e en 17e eeuw meerdere keren uitgebreid. Dit is nog zichtbaar in zowel het interieur als exterieur. De rechterhelft van het dubbele huis werd in 1665 gebouwd. Ook uit deze periode resteren nog verschillende elementen, waaronder enkele bedsteden. Nadat de panden verschillende eigenaren en bewoners kenden, kwamen ze allebei in 1780 in eigendom van de Amsterdammer Pieter Noordziek. Een grote verbouwing volgde, waarbij de twee huizen werden samengevoegd. De rechter voorgevel kreeg een nieuwe lijstgevel en aan de achterzijde werd een brede, doorlopende lijstgevel opgetrokken met daarboven een nieuwe kap aansluitend op de 16e en 17e-eeuwse daken. Het interieur werd verrijkt met onder andere twee 18e-eeuwse houten trappen, bijzonder gemarmerde afwerkingen in de gang en stucplafonds. Al deze elementen en structuren maken dit pand tot een bijzonder monument.