
De huidige Waalse kerk is in feite de kapel van het vroegere Catharinagasthuis, waarschijnlijk de oudste instelling van sociale zorg in Leiden. In dit gasthuis uit de 13e eeuw konden passanten een nacht logeren en zieken zich laten verplegen. De toeloop was groot en dus groeide het van oorsprong bescheiden gasthuis uit tot een groot complex dat het terrein besloeg van de huidige Stadsgehoorzaal tot en met de panden aan de Aalmarkt. De kapel kwam in 1638 in handen van de Waalse gemeente. Deze bestond uit Franstalige protestanten die zich al snel na het Leids Ontzet (1574) in Leiden hadden gevestigd. De gemeente groeide enorm: van 425 leden in 1584 tot maar liefst 5.000 in 1643. De gasthuiskapel aan de Breestraat ging dan ook dienst doen als hulpkerk, naast de Onze-Lieve-Vrouwekerk aan de Haarlemmerstraat, die de Walen in 1584 toegewezen hadden gekregen. In 1635 werd de kapel vergroot met een zijbeuk, die later weer werd afgescheiden. Nu is deze ruimte in gebruik als kosterij. Overigens deed de rest van het complex in die tijd nog steeds dienst als stadsziekenhuis. In de 18e eeuw vinden er ingrijpende vernieuwingen plaats. De Waalse gemeente is dan zo gekrompen dat zij geen gebruik meer maakt van de hulpkerk. Als begin 19e eeuw de Onze-Lieve-Vrouwekerk wordt afgebroken, keren de Walen terug naar de Breestraat.